Met kleuren geven we aan wat de sfeer van de kerkdienst is. De kleur die bij de dienst hoort is te zien op de gekleurde plaat op de lessenaar. De predikanten dragen ook gekleurde stola's. We gebruiken in de kerk de volgende kleuren:
Paars
De kleur paars gebruiken we in de tijd voor Kerst en in de tijd voor Pasen.
Dat zijn voorbereidingstijden; tijden van bezinning en inkeer. Ook tijdens rouwdiensten gebruiken we meestal de kleur paars.
Roze
Op de derde zondag in de adventsperiode voor Kerstmis en op de vierde zondag in de veertigdagentijd voor Pasen kan de kleur roze worden gebruikt. Het wit van het komende feest schijnt al door het paars van de voorbereidingstijd.
Wit
De kleur wit is de feestkleur van de kerk. Wit zijn alle kleuren licht bij elkaar. Wit is ook als een onbeschreven blad: alle ruimte voor iets nieuws. Tot slot staat wit ook voor zuiver en puur.
Rood
Goddelijke energie; dat is rood. Met Pinksteren gebruiken we rood, het is het feest van de Geest. En ook bij andere diensten waarin de zegen van God wordt gevraagd, zoals huwelijksdiensten, bij de bevestiging van ambtsdragers en in de overstapviering wordt de kleur rood gebruikt.
Groen
Groen is de kleur van lente, van nieuw blad en dus van hoop. We gebruiken deze kleur als de andere kleuren niet van toepassing zijn.
Blauw
Op de zondag vóór de Vierdaagse van Nijmegen draagt de predikant een blauwe stola. De dag dat deze wandeltocht door Elst trekt, wordt ‘blauwe dinsdag’ genoemd. De Grote Kerk en De Ruimte zijn dan open. Wandelaars kunnen dan even een rustpauze nemen en een kop koffie drinken. De opbrengst gaat naar een goed doel.
Blauw is ook de kleur in de kerk die naar Maria verwijst. Op Moederdag, ook Jezus had een moeder, draagt de voorganger de blauwe stola.